Aardrijkskunde
Bij aardrijkskunde bestudeer je de wereld om je heen aan de hand van de onderwerpen weer en klimaat, water, en bevolking en ruimte. Bij ‘weer en klimaat’ bekijk je de verschillen en overeenkomsten tussen Nederland, Spanje en Verenigde Staten. En we hebben het over de invloed van het klimaat op de landbouw. Bij het onderwerp Water bekijk je hoe Nederland, China en het Midden-Oosten omgaan met water en welke kansen en problemen water oplevert voor de bevolking. Daarnaast leer je hoe rivieren een landschap vormen. Tot slot onderzoek je de bevolkingsgroei in Nederland, Duitsland en China. Hoe is deze verdeeld? En waarom is dit zo?
Biologie
Veel mensen vinden het logisch dat je biologie nodig hebt als je geneeskunde wil studeren. Maar wat denk je van een boer die biologisch wil produceren? Of een journalist die over gezonde voeding wil schrijven? Biologie gaat over onder meer erfelijkheid en evolutie, ecologie en milieu, het menselijk lichaam en gedrag. Je leert ook hoe je hiermee kan rekenen. Maar ook hoe je de resultaten van onderzoek begrijpt en hoe je dit uitlegt.
Duits
Houd je van talen, en vooral van de Duitse taal? Of moet je nog een vak kiezen en Duits is een van de opties? Let dan op, want tijdens de lessen leer je in de eerste plaats de taal. De basisprincipes heb je in de onderbouw al gehad. We herhalen die basis, en we gaan er dieper op in. Je leert vooral ook hoe je een taal leert. Wat gaat er bij jou wel en niet goed? Het gaat erom dat je gevoel ontwikkelt voor de Duitse taal. Klinkt wat ik heb geschreven als goed Duits of niet? Natuurlijk maak je ook kennis met de Duitse literatuur en cultuur.
Economie
Economie gaat over de keuzes die mensen en bedrijven moeten maken om op de beste en snelste manier beter en groter te worden. Je kijkt daarom bijvoorbeeld naar vraag en aanbod van consumenten en producenten. Maar ook naar milieu en hoe we hieraan kunnen denken met produceren en consumeren. Als je weet hoe dit werkt, dan kun je daar rekening mee houden. Alle begrippen die je leert, houden verband met elkaar. Soms kun je dit berekenen, soms kun je het verklaren (als dit gebeurt, dan is het gevolg...). Economie is zowel een taal- als een rekenvak. Dus kun je goed lezen en rekenen? Dan is economie echt iets voor jou!
Engels
Jij kunt jezelf goed verstaanbaar maken in het Engels. En je begrijpt goed wat er in een e-mail of krantenartikel staat. Als je dát kunt, dan ben je eigenlijk al goed op weg naar het niveau dat je nodig hebt voor het examen. En daar gaan we voor bij Engels. Nadat we de basiskennis hebben opgefrist, gaan we door met het aanleren van nieuwe woorden en kennis. Je gaat veel spreken, schrijven, luisteren en lezen over onderwerpen zoals werk, vakantie of gezondheid. Het gaat er niet om dat je foutloos Engels aanleert maar dat je veel oefent. Want je leert het beste door te doen.
Geschiedenis
Geschiedenis is een vak dat inspireert en je veel vertelt over jezelf en de wereld van nu. Je leert niet alleen nieuwe feiten, maar doet vooral veel inzichten op: over het verleden en over hoe dit verleden heeft geleid tot de wereld van nu. Geschiedenis is interessant om je positie te bepalen in een steeds veranderende wereld. Ook scherpt dit vak vaardigheden die je vaak nodig hebt, ook bij het maken van je (school)examens: je mening onderbouwen, helder schrijven en goed lezen. In deze tijden van fake news is het belangrijker dan ooit om kritisch te kijken waar je jouw informatie vandaan haalt. Je leert waarom je bronnen wel of niet kunt vertrouwen, waardoor je met een onafhankelijk oog naar de wereld leert kijken. Wil je jezelf en de wereld om je heen beter leren begrijpen? Dan is geschiedenis het vak voor jou!
Informatietechnologie
Informatietechnologie bereidt je voor op een toekomst waarin deskundig gebruik van informatiesystemen, applicaties en media een grote rol speelt. Inhoudelijk biedt het vakkennis en vaardigheden waarmee je de beginselen leert van programmeren en toepassing van ict-programma’s. Ook leer je veel voorkomende programma’s te gebruiken binnen het office 365 pakket (zoals Word en PowerPoint). Verder komen onderdelen als mediawijsheid, slim leren zoeken op het internet, 3d-printen, websites en diverse (nieuwe) technologieën aan de orde. Je leert 'onderzoekend’, je voert praktijkopdrachten uit en je leert vaardigheden via tutorials. Het is belangrijk dat we allemaal begrijpen wat informatietechnologie is en wat het doet. Heb je belangstelling voor deze ontwikkelingen, bijvoorbeeld vanwege je vervolgopleiding? Dan leg je in dit vak de juiste basis.
Kunst, beeldende vakken
Bij dit vak ontwikkel je onder meer creativiteit en verbeeldingskracht. Er wordt gewerkt met allerlei technieken en materialen. Je hoeft niet goed te kunnen tekenen of schilderen. Het gaat erom dat je van alles
uitprobeert en ontdekt. Je leert conceptueel en kritisch denken. Ook leer je veel over allerlei disciplines over de geschiedenis, maar het staat ook direct in verbinding met de huidige maatschappij. Er zijn diverse linken met vakken als geschiedenis, wiskunde, filosofie en maatschappijwetenschappen. Het is een veelzijdig vak waar je in de toekomst allerlei kanten mee op kunt. Zoals grafisch & mediadesign, game en videodesign maar ook interieur en meubelontwerp. Creatief denken kun je echt overal gebruiken.
Maatschappijkunde
Wil jij weten waarom jij verplicht zoveel uren naar school moet? Heb jij een mening over hoe de politiek omgaat met vluchtelingen? Kies dan voor maatschappijkunde. Hier komen maatschappelijke onderwerpen voorbij zoals criminaliteit, politiek, werk, de multiculturele samenleving en de massamedia. Je leert informatie verzamelen en analyseren, feiten en meningen onderscheiden, teksten en grafische bronnen begrijpen. Een open en nieuwsgierige houding is alles wat je hiervoor nodig hebt! Wil je hierna naar de havo? Dan is maatschappijkunde een goede voorbereiding op het verplichte vak maatschappijleer.
Natuurkunde
Als onweer, magnetisme, beweging, energie, elementaire deeltjes en/of sterrenkunde interessant vindt, ga dan voor natuurkunde. Dat gaat namelijk over licht, kleur, geluid, beweging en elektriciteit. En over dat wat je niet direct ziet. Zoals radioactiviteit, radiogolven, (sub-) atomaire deeltjes en sterrenstelsels. De natuurkundige verbanden worden beschreven in wiskundige taal (formules). Met deze formules kunnen we rekenen en voorspellen hoe de natuur zich gedraagt. Het is dus fijn als je graag werkt en rekent met formules. Houd er rekening mee dat er bij dit vak op het vwo meer met wiskunde wordt gedaan, dan op havo en vmbo.
Nederlands
Onze docenten laten je ontdekken hoe leuk én handig Nederlands kan zijn. Je leert een sollicitatiebrief schrijven, informatie opzoeken en verwerken, een (PowerPoint)presentatie maken en houden. Maar ook: luisteren naar anderen en het werk van anderen en van jezelf beoordelen. Natuurlijk gaat Nederlands ook over het lezen van boeken. En ja, je mag (in overleg) zelf kiezen wat je leest! Bij Nederlands ontdek je hoe creatief je kunt zijn met taal.
Profielwerkstuk (PWS)
Vraag jij je nog steeds af wat je wil worden? Of ben je juist heel erg zeker van het beroep dat je kiest? Bij het Profielwerkstuk (PWS) ga je op zoek naar jouw ideale baan en welke opleiding daarbij hoort. Daarna zoek je mensen die in dit beroep werken om te interviewen. En ja, je mag alles vragen. Zelfs wat het verdient! Alle informatie verwerk je in een verslag: jouw PWS. Tot slot, presenteer je dit aan de klas. Met het PWS heb je dus een mooie ervaring erbij. Je weet nu echt wat je wil worden óf juist niet!
Scheikunde
Heb je aanleg voor de exacte vakken? En ben je een nieuwsgierig type? Mooi, want dat heb je nodig om scheikunde te leren. Verder moet je een doorzetter zijn, want voor dit vak moet je flink oefenen. Bij scheikunde gaat het vragen zoals: waarom geleiden metalen stroom en doet steen dat niet? Waarom breekt je fiets niet als jij hem laat vallen en een stoeptegel wel? Waarom lost zand niet op in regenwater en keukenzout wel? Deze vragen gaan over onderwerpen zoals koolstofchemie (plastic en wasmiddel), biochemie (voedingsstoffen), reactiekinetiek (scheikundige reacties), chemische industrie, zuren en basen (frisdrank) en stroom en reacties (batterijen).
Wiskunde
Bij wiskunde draait het om de eigenschappen van getallen, patronen en structuren. Je leert een tabel of grafiek aflezen. Je weet wat regels en kolommen in een tabel zijn. En hoe je uit een grafiek schommelingen, trends en perioden afleest. Wiskunde is ook het kunnen rekenen van een dag naar een jaar of van een meter naar een kilometer. Je weet hoeveel van een kleinere maat er in een grotere maat passen. Zoals: 1 kilometer is 1000 meter. Soms moet je logisch redeneren. Dit betekent dat je logische conclusies kunt trekken uit feiten of vermoedens. Zoiets kan lastig zijn, want het gaat dan om het kunnen begrijpen. Maar als je veel oefent, komt dit echt vanzelf!
Aardrijkskunde
Bij aardrijkskunde onderzoek je de wereld om je heen. Dit vak gaat over de wereldhandel en welvaart, maar ook over bevolkingsgroei, economie en demografie. Aardrijkskunde is ook het klimaat en de klimaatzones. Je leert over de krachten van binnenuit de aarde die verantwoordelijk zijn voor de opbouw van de aarde. Zoals vulkanisme. We behandelen de rivieren en de steden in ons land. Voor het vwo komt daar ook de kust nog bij. Hoe denkt Nederland in de toekomst om te gaan met water (-overlast) in het rivierengebied en langs de kust? En wat kunnen de steden aan dat probleem doen? Verder nemen we op de havo het land Brazilië onder de loep. Op het vwo is dit het continent Zuid-Amerika. Aardrijkskunde is dus echt een vak dat lééft!
Bedrijfseconomie
Wil je weleens weten hoe een bedrijf werkt? En hoe je dat opzet? Bij bedrijfseconomie leer je er van alles over. Je duikt in onderwerpen zoals bedrijfsprocessen, kostprijzen en financiering, personeelsbeleid, een ondernemersplan en marketing. Maar het is ook handig om te weten hoe je jezelf financieel kunt redden. Als ondernemer of werknemer. Daarom hoort dit ook bij bedrijfseconomie. Dit vak gaat dus ook over het plannen van inkomsten en uitgaven en van je financiële toekomst. Je kijkt naar de gevolgen van trouwen en scheiden, de gevolgen van erfenissen en schenkingen en waar je rekening mee moet houden met beleggen op de beurs. Interesse? Voor dit vak moet je informatie kunnen verzamelen en analyseren, samenwerken en kunnen rekenen.
Biologie
Veel mensen vinden het logisch dat je biologie nodig hebt als je geneeskunde wil studeren. Maar wat denk je van een boer die biologisch wil produceren? Of een journalist die over gezonde voeding wil schrijven? Biologie gaat over onder meer erfelijkheid en evolutie, ecologie en milieu, het menselijk lichaam en gedrag. Je leert hoe je hiermee kan rekenen. Maar ook hoe je de resultaten van onderzoek begrijpt en dit uitlegt.
Duits
Hou je van talen, en vooral van de Duitse taal? Of moet je nog een vak kiezen en Duits is een van de opties? Let dan op, want tijdens de lessen leer je in de eerste plaats de taal. De basisprincipes heb je in de onderbouw al gehad. We herhalen die basis, en we gaan er dieper op in. Je leert vooral hoe je een taal leert. Wat gaat er bij jou wel en niet goed? Het gaat erom dat je gevoel ontwikkelt voor de Duitse taal. Klinkt wat ik heb geschreven als goed Duits of niet? Natuurlijk maak je ook kennis met de Duitse literatuur en cultuur.
Economie
Economie gaat over de keuzes die mensen en bedrijven moeten maken om op de beste en snelste manier beter en groter te worden. Je kijkt daarom bijvoorbeeld naar vraag en aanbod van consumenten en producenten. Maar ook naar het milieu en hoe we hieraan kunnen denken met produceren en consumeren. Als je weet hoe dit werkt, dan kun je daar rekening mee houden. Alle begrippen die je leert, houden verband met elkaar. Soms kun je dit berekenen, soms kun je het verklaren (als dit gebeurt, dan is het gevolg...). Economie is zowel een taal- als een rekenvak. Dus kun je goed lezen en rekenen? Dan is dit vak echt iets voor jou!
Engels
Jij kunt jezelf goed verstaanbaar maken in het Engels. En je begrijpt goed wat er in een e-mail of krantenartikel staat. Als je dát kunt, dan ben je eigenlijk al goed op weg naar het niveau dat je nodig hebt voor het examen. En daar gaan we voor bij Engels. Nadat we de basiskennis hebben opgefrist, gaan we door met het aanleren van nieuwe woorden en kennis. Je gaat veel spreken, schrijven, luisteren en lezen over onderwerpen zoals werk, vakantie of gezondheid. Het gaat er niet om dat je foutloos Engels aanleert maar dat je veel oefent. Want je leert het beste door te doen.
Filosofie
Filosofie is een vak waarbij je uitgedaagd wordt je eigen vooronderstellingen te onderzoeken. Is liegen altijd verkeerd? Is wetenschappelijke kennis zeker? Is democratie de beste staatsvorm? Zijn mensen van nature goed? Je gaat op nieuwe manieren denken over dit soort vragen. Dit doe je door de theorieën te leren van verschillende filosofen. Ook leer je logisch redeneren en het vormen van een goed onderbouwd standpunt. Je ontwikkelt niet alleen cognitieve vermogens, maar ook morele en sociale vermogens. Denk aan naar elkaar luisteren, argumenten van de ander proberen te begrijpen en je eigen argumenten duidelijk verwoorden. Filosofie is een vak voor iedereen die wil nadenken, samen en alleen, over zichzelf en de wereld.
Frans
Heb je een vooropleiding om op het niveau van havo 4 of vwo 5 te starten? Misschien is Frans dan iets voor jou. Wist je dat er wereldwijd in 56 landen Frans wordt gesproken? En dat steeds meer studenten naar Frankrijk gaan omdat studeren daar relatief goedkoper is dan hier? Kies je Frans, dan krijg je daar zeker weten geen spijt van. Je leert communiceren met Franstaligen en je maakt kennis met hun cultuur. We gebruiken daarvoor teksten, boeken, film en geluidsfragmenten. Er gaat een wereld voor je open. On y va? (Zullen we beginnen?)
Geschiedenis
Geschiedenis is een vak dat inspireert en je veel vertelt over jezelf en de wereld van nu. Je leert niet alleen nieuwe feiten, maar doet vooral veel inzichten op: over het verleden en over hoe dit verleden heeft geleid tot de wereld van nu. Geschiedenis is interessant om je positie te bepalen in een steeds veranderende wereld. Ook scherpt dit vak vaardigheden die je vaak nodig hebt, ook bij het maken van je (school)examens: je mening onderbouwen, helder schrijven en goed lezen. In deze tijden van fake news is het belangrijker dan ooit om kritisch te kijken waar je jouw informatie vandaan haalt. Je leert waarom je bronnen wel of niet kunt vertrouwen, waardoor je met een onafhankelijk oog naar de wereld leert kijken. Wil je jezelf en de wereld om je heen beter leren begrijpen? Dan is geschiedenis het vak voor jou!
Informatica*
Informatica is echt een doe-vak, dat zich op allerlei manieren met computers bezighoudt. Daarnaast beslaat informatica het beheren en manipuleren van gegevens (data) zodat anderen er bijvoorbeeld gemakkelijk mee
kunnen werken. De hoofdonderwerpen zijn: informatie en communicatie, toepassingen, techniek, computers en netwerken, de inzet in allerlei organisaties, nieuwe ontwikkelingen. Het vak is een waardevolle aanvulling op elk profiel en sluit goed aan op een toekomst als systeemontwerper, software engineer, programmeur, informatieanalist, adviseur/consultant, IT manager, game developer.
Kunst, beeldende vakken
Bij dit vak ontwikkel je onder meer creativiteit en verbeeldingskracht. Er wordt gewerkt met allerlei technieken en materialen. Je hoeft niet goed te kunnen tekenen of schilderen. Het gaat erom dat je van alles
uitprobeert en ontdekt. Je leert conceptueel en kritisch denken. Ook leer je veel over allerlei disciplines over de geschiedenis, maar het staat ook direct in verbinding met de huidige maatschappij. Er zijn diverse linken met vakken als geschiedenis, wiskunde, filosofie en maatschappijwetenschappen. Het is een veelzijdig vak waar je in de toekomst allerlei kanten mee op kunt. Zoals grafisch & mediadesign, game en videodesign maar ook interieur en meubelontwerp. Creatief denken kun je echt overal gebruiken.
Maatschappijwetenschappen
Denk je erover om bijvoorbeeld sociaal werk, bestuurskunde, rechten, criminologie of internationale betrekkingen te studeren? Dan komt maatschappijwetenschappen goed van pas. Want hier gaat het over processen en structuren in de samenleving en verhoudingen tussen (groepen) mensen. Maatschappijwetenschappen doet echt een beroep op vaardigheden zoals analyseren en redeneren. Je leert de theorie hierover en je oefent hiermee in de les. Je maakt gebruik van begrippen uit de sociologie en politicologie. Zoals binding (sociale cohesie, politieke instituties), vorming (socialisatie, ideologie), verhouding (sociale (on)gelijkheid, macht) en verandering (modernisering, democratisering). Op het vwo kijk je ook over de grenzen heen, naar ontwikkelingen zoals internationale betrekkingen en globalisering.
Nederlands
Onze docenten laten je ontdekken hoe leuk én handig Nederlands kan zijn. Taal heb je nodig om te denken, je mening te geven, om begrepen te worden en anderen te begrijpen. Door te lezen, spreken, luisteren en schrijven doe je kennis op. Je leert andere werelden kennen en je ontwikkelt je inlevingsvermogen. Taal is dus heel belangrijk in onze kenniseconomie. Nederlands als vak is heel afwisselend. Je bent bezig met lezen, argumentatie, schrijven, spreken, taalverzorging en literatuur(geschiedenis).
Natuurkunde
Als je onweer, magnetisme, beweging, energie, elementaire deeltjes en/of sterrenkunde interessant vindt, ga dan voor natuurkunde. Dat gaat namelijk over licht, kleur, geluid, beweging en elektriciteit. En over dat wat je niet direct ziet. Zoals radioactiviteit, radiogolven, (sub-) atomaire deeltjes en sterrenstelsels. De natuurkundige verbanden beschrijven we in wiskundige taal (formules). Met deze formules kunnen we rekenen en voorspellen hoe de natuur zich gedraagt. Het is dus fijn als je graag werkt en rekent met formules. Houd er rekening mee dat er bij dit vak op het vwo meer met wiskunde wordt gedaan, dan op havo en mavo.
Profielwerkstuk (PWS)
Je profielwerkstuk gaat over een van de vakken waarin je eindexamen doet of hebt gedaan, met uitzondering van maatschappijleer. Een PWS schrijven is best lastig, maar we informeren je goed over hoe je dit opzet, en aan welke eisen het moet voldoen. Het sch profielwerkstuk gaat over een van de vakken waarin je eindexamen doet of hebt gedaan, met uitzondering van meelt al veel als je een onderwerp kiest dat je echt interesseert. Je bent er namelijk zo’n vier uur per week mee bezig. Je moet minimaal een 4 als eindcijfer behalen. Heb je bij je vooropleiding een 5 behaald, dan moet je opnieuw een PWS schrijven. Het cijfer voor je PWS vormt samen met het eindcijfer voor maatschappijleer een combinatiecijfer. Is dit een 7 of hoger, dan levert dit je compensatiepunten op bij de slaag-zakbepaling.
Scheikunde
Heb je aanleg voor de exacte vakken? En ben je een nieuwsgierig type? Mooi, want dat heb je nodig om scheikunde te leren. Verder moet je een doorzetter zijn, want voor dit vak moet je flink oefenen. Bij scheikunde gaat het vragen zoals: waarom geleiden metalen stroom en doet steen dat niet? Waarom breekt je fiets niet als jij hem laat vallen en een stoeptegel wel? Waarom lost zand niet op in regenwater en keukenzout wel? De antwoorden op deze vragen vind je in onderwerpen zoals koolstofchemie (plastic en wasmiddel), biochemie (voedingsstoffen), reactiekinetiek (scheikundige reacties), chemische industrie, zuren en basen (frisdrank) en stroom en reacties (batterijen).
Spaans elementair*
Welkom in de bruisende wereld van de Spaanse taal en cultuur! Hier spreken we zoveel mogelijk Spaans tijdens de lessen. Reken maar dat je uit je ‘zona de comfort’ komt! Heb je nog niet eerder Spaans gehad, dan kun je Spaans elementair volgen. In 24 weken tijd leer je Spaans en werk je jezelf op naar het basisniveau gevorderd. Dat is dus best pittig. We raden daarom Spaans elementair aan als je al bekend bent met een Romaanse taal zoals Frans, en je aangetrokken voelt tot Spaans.
Wiskunde A
Wiskunde A is een verplicht vak voor de profielen Economie & Maatschappij en Natuur & Gezondheid. Heb je wiskunde straks nodig voor je vervolgopleiding, dan raden we aan om wiskunde A te doen. Je leert over algebra en telproblemen, over verbanden, verandering én statistiek. Algebra is een uitgebreide vorm van rekenen, met machten, wortels en verhoudingen. Bij verbanden gaat het over een samenhang die wordt weergegeven in een formule, tabel of grafiek. Bijvoorbeeld het verband tussen afstand en benzineverbruik. Wiskunde gaat ook over verandering. Een voorbeeld daarvan is als de toename van het aantal ziektegevallen is verminderd ten opzichte van vorige week. Deze informatie laat zien hoe een variabele zich gedraagt. Je leert dit onder meer weergeven in een tabel of grafiek. Statistiek is een groot onderdeel van Wiskunde A. Daar leer je bijvoorbeeld om uit gegevens het gemiddelde te halen. De berekening maak je deels zelf, deels met een computerprogramma.
Wiskunde B
Kies je voor een baan in de techniek, dan kun je niet om wiskunde B heen. Het is ook verplicht voor het profiel Natuur & Techniek. Wiskunde B is een pittig vak. Het gaat echt dieper dan wiskunde A. Met vmbo-T als vooropleiding, volg je daarom eerst een jaar wiskunde A. Bij Wiskunde B duik je in functies, grafieken en vergelijkingen. Je werkt met algebraïsche methoden en je leert eigenschappen van functies herkennen en omvormen. Bij wiskunde B kom je ook meetkundige berekeningen tegen en toegepaste analyse.
* Alleen schoolexamen.
Aardrijkskunde
Bij aardrijkskunde onderzoek je de wereld om je heen. Dit vak gaat over de wereldhandel en welvaart, maar ook over bevolkingsgroei, economie en demografie. Aardrijkskunde is ook het klimaat en de klimaatzones. Je leert over de krachten van binnenuit de aarde die verantwoordelijk zijn voor de opbouw van de aarde. Zoals vulkanisme. We behandelen de rivieren en de steden in ons land. Voor het vwo komt daar ook de kust nog bij. Hoe denkt Nederland in de toekomst om te gaan met water (-overlast) in het rivierengebied en langs de kust? En wat kunnen de steden aan dat probleem doen? Verder nemen we op de havo het land Brazilië onder de loep. Op het vwo is dit het continent Zuid-Amerika. Aardrijkskunde is dus echt een vak dat lééft!
Bedrijfseconomie
Wil je weleens weten hoe een bedrijf werkt? En hoe je dat opzet? Bij bedrijfseconomie leer je er van alles over. Je duikt in onderwerpen zoals bedrijfsprocessen, kostprijzen en financiering, personeelsbeleid, een ondernemersplan en marketing. Maar het is ook handig om te weten hoe je jezelf financieel kunt redden. Als ondernemer of werknemer. Daarom hoort dit ook bij bedrijfseconomie. Dit vak gaat dus ook over het plannen van inkomsten en uitgaven en van je financiële toekomst. Je kijkt naar de gevolgen van trouwen en scheiden, de gevolgen van erfenissen en schenkingen en waar je rekening mee moet houden met beleggen op de beurs. Interesse? Voor dit vak moet je informatie kunnen verzamelen en analyseren, samenwerken en kunnen rekenen.
Biologie
Veel mensen vinden het logisch dat je biologie nodig hebt als je geneeskunde wil studeren. Maar wat denk je van een boer die biologisch wil produceren? Of een journalist die over gezonde voeding wil schrijven? Biologie gaat over onder meer erfelijkheid en evolutie, ecologie en milieu, het menselijk lichaam en gedrag. Je leert hoe je hiermee kan rekenen. Maar ook hoe je de resultaten van onderzoek begrijpt en dit uitlegt.
Duits
Hou je van talen, en vooral van de Duitse taal? Of moet je nog een vak kiezen en Duits is een van de opties? Let dan op, want tijdens de lessen leer je in de eerste plaats de taal. De basisprincipes heb je in de onderbouw al gehad. We herhalen die basis, en we gaan er dieper op in. Je leert vooral hoe je een taal leert. Wat gaat er bij jou wel en niet goed? Het gaat erom dat je gevoel ontwikkelt voor de Duitse taal. Klinkt wat ik heb geschreven als goed Duits of niet? Natuurlijk maak je ook kennis met de Duitse literatuur en cultuur.
Economie
Economie gaat over de keuzes die mensen en bedrijven moeten maken om op de beste en snelste manier beter en groter te worden. Je kijkt daarom bijvoorbeeld naar vraag en aanbod van consumenten en producenten. Maar ook naar het milieu en hoe we hieraan kunnen denken met produceren en consumeren. Als je weet hoe dit werkt, dan kun je daar rekening mee houden. Alle begrippen die je leert, houden verband met elkaar. Soms kun je dit berekenen, soms kun je het verklaren (als dit gebeurt, dan is het gevolg...). Economie is zowel een taal- als een rekenvak. Dus kun je goed lezen en rekenen? Dan is dit vak echt iets voor jou!
Engels
Jij kunt jezelf goed verstaanbaar maken in het Engels. En je begrijpt goed wat er in een e-mail of krantenartikel staat. Als je dát kunt, dan ben je eigenlijk al goed op weg naar het niveau dat je nodig hebt voor het examen. En daar gaan we voor bij Engels. Nadat we de basiskennis hebben opgefrist, gaan we door met het aanleren van nieuwe woorden en kennis. Je gaat veel spreken, schrijven, luisteren en lezen over onderwerpen zoals werk, vakantie of gezondheid. Het gaat er niet om dat je foutloos Engels aanleert maar dat je veel oefent. Want je leert het beste door te doen.
Filosofie
Filosofie is een vak waarbij je uitgedaagd wordt je eigen vooronderstellingen te onderzoeken. Is liegen altijd verkeerd? Is wetenschappelijke kennis zeker? Is democratie de beste staatsvorm? Zijn mensen van nature goed? Je gaat op nieuwe manieren denken over dit soort vragen. Dit doe je door de theorieën te leren van verschillende filosofen. Ook leer je logisch redeneren en het vormen van een goed onderbouwd standpunt. Je ontwikkelt niet alleen cognitieve vermogens, maar ook morele en sociale vermogens. Denk aan naar elkaar luisteren, argumenten van de ander proberen te begrijpen en je eigen argumenten duidelijk verwoorden. Filosofie is een vak voor iedereen die wil nadenken, samen en alleen, over zichzelf en de wereld.
Frans
Heb je een vooropleiding om op het niveau van havo 4 of vwo 5 te starten? Misschien is Frans dan iets voor jou. Wist je dat er wereldwijd in 56 landen Frans wordt gesproken? En dat steeds meer studenten naar Frankrijk gaan omdat studeren daar relatief goedkoper is dan hier? Kies je Frans, dan krijg je daar zeker weten geen spijt van. Je leert communiceren met Franstaligen en je maakt kennis met hun cultuur. We gebruiken daarvoor teksten, boeken, film en geluidsfragmenten. Er gaat een wereld voor je open. On y va? (Zullen we beginnen?)
Geschiedenis
Geschiedenis is een vak dat inspireert en je veel vertelt over jezelf en de wereld van nu. Je leert niet alleen nieuwe feiten, maar doet vooral veel inzichten op: over het verleden en over hoe dit verleden heeft geleid tot de wereld van nu. Geschiedenis is interessant om je positie te bepalen in een steeds veranderende wereld. Ook scherpt dit vak vaardigheden die je vaak nodig hebt, ook bij het maken van je (school)examens: je mening onderbouwen, helder schrijven en goed lezen. In deze tijden van fake news is het belangrijker dan ooit om kritisch te kijken waar je jouw informatie vandaan haalt. Je leert waarom je bronnen wel of niet kunt vertrouwen, waardoor je met een onafhankelijk oog naar de wereld leert kijken. Wil je jezelf en de wereld om je heen beter leren begrijpen? Dan is geschiedenis het vak voor jou!
Informatica*
Informatica is echt een doe-vak, dat zich op allerlei manieren met computers bezighoudt. Daarnaast beslaat informatica het beheren en manipuleren van gegevens (data) zodat anderen er bijvoorbeeld gemakkelijk mee
kunnen werken. De hoofdonderwerpen zijn: informatie en communicatie, toepassingen, techniek, computers en netwerken, de inzet in allerlei organisaties, nieuwe ontwikkelingen. Het vak is een waardevolle aanvulling op elk profiel en sluit goed aan op een toekomst als systeemontwerper, software engineer, programmeur, informatieanalist, adviseur/consultant, IT manager, game developer.
Kunst, beeldende vakken
Bij dit vak ontwikkel je onder meer creativiteit en verbeeldingskracht. Er wordt gewerkt met allerlei technieken en materialen. Je hoeft niet goed te kunnen tekenen of schilderen. Het gaat erom dat je van alles
uitprobeert en ontdekt. Je leert conceptueel en kritisch denken. Ook leer je veel over allerlei disciplines over de geschiedenis, maar het staat ook direct in verbinding met de huidige maatschappij. Er zijn diverse linken met vakken als geschiedenis, wiskunde, filosofie en maatschappijwetenschappen. Het is een veelzijdig vak waar je in de toekomst allerlei kanten mee op kunt. Zoals grafisch & mediadesign, game en videodesign maar ook interieur en meubelontwerp. Creatief denken kun je echt overal gebruiken.
Maatschappijwetenschappen
Denk je erover om bijvoorbeeld sociaal werk, bestuurskunde, rechten, criminologie of internationale betrekkingen te studeren? Dan komt maatschappijwetenschappen goed van pas. Want hier gaat het over processen en structuren in de samenleving en verhoudingen tussen (groepen) mensen. Maatschappijwetenschappen doet echt een beroep op vaardigheden zoals analyseren en redeneren. Je leert de theorie hierover en je oefent hiermee in de les. Je maakt gebruik van begrippen uit de sociologie en politicologie. Zoals binding (sociale cohesie, politieke instituties), vorming (socialisatie, ideologie), verhouding (sociale (on)gelijkheid, macht) en verandering (modernisering, democratisering). Op het vwo kijk je ook over de grenzen heen, naar ontwikkelingen zoals internationale betrekkingen en globalisering.
Nederlands
Onze docenten laten je ontdekken hoe leuk én handig Nederlands kan zijn. Taal heb je nodig om te denken, je mening te geven, om begrepen te worden en anderen te begrijpen. Door te lezen, spreken, luisteren en schrijven doe je kennis op. Je leert andere werelden kennen en je ontwikkelt je inlevingsvermogen. Taal is dus heel belangrijk in onze kenniseconomie. Nederlands als vak is heel afwisselend. Je bent bezig met lezen, argumentatie, schrijven, spreken, taalverzorging en literatuur(geschiedenis).
Natuurkunde
Als je onweer, magnetisme, beweging, energie, elementaire deeltjes en/of sterrenkunde interessant vindt, ga dan voor natuurkunde. Dat gaat namelijk over licht, kleur, geluid, beweging en elektriciteit. En over dat wat je niet direct ziet. Zoals radioactiviteit, radiogolven, (sub-) atomaire deeltjes en sterrenstelsels. De natuurkundige verbanden beschrijven we in wiskundige taal (formules). Met deze formules kunnen we rekenen en voorspellen hoe de natuur zich gedraagt. Het is dus fijn als je graag werkt en rekent met formules. Houd er rekening mee dat er bij dit vak op het vwo meer met wiskunde wordt gedaan, dan op havo en mavo.
Profielwerkstuk (PWS)
Je profielwerkstuk gaat over een van de vakken waarin je eindexamen doet of hebt gedaan, met uitzondering van maatschappijleer. Een PWS schrijven is best lastig, maar we informeren je goed over hoe je dit opzet, en aan welke eisen het moet voldoen. Het scheelt al veel als je een onderwerp kiest dat je echt interesseert. Je bent er namelijk zo’n vier uur per week mee bezig. Je moet minimaal een 4 als eindcijfer behalen. Heb je bij je vooropleiding een 5 behaald, dan moet je opnieuw een PWS schrijven. Het cijfer voor je PWS vormt samen met het eindcijfer voor maatschappijleer een combinatiecijfer. Is dit een 7 of hoger, dan levert dit je compensatiepunten op bij de slaag-zakbepaling.
Scheikunde
Heb je aanleg voor de exacte vakken? En ben je een nieuwsgierig type? Mooi, want dat heb je nodig om scheikunde te leren. Verder moet je een doorzetter zijn, want voor dit vak moet je flink oefenen. Bij scheikunde gaat het vragen zoals: waarom geleiden metalen stroom en doet steen dat niet? Waarom breekt je fiets niet als jij hem laat vallen en een stoeptegel wel? Waarom lost zand niet op in regenwater en keukenzout wel? De antwoorden op deze vragen vind je in onderwerpen zoals koolstofchemie (plastic en wasmiddel), biochemie (voedingsstoffen), reactiekinetiek (scheikundige reacties), chemische industrie, zuren en basen (frisdrank) en stroom en reacties (batterijen).
Spaans elementair*
Welkom in de bruisende wereld van de Spaanse taal en cultuur! Hier spreken we zoveel mogelijk Spaans tijdens de lessen. Reken maar dat je uit je ‘zona de comfort’ komt! Heb je nog niet eerder Spaans gehad, dan kun je Spaans elementair volgen. In 24 weken tijd leer je Spaans en werk je jezelf op naar het basisniveau gevorderd. Dat is dus best pittig. We raden daarom Spaans elementair aan als je al bekend bent met een Romaanse taal zoals Frans, en je aangetrokken voelt tot Spaans.
Wiskunde A
Dit kernvak is bedoeld voor studenten met een profiel Economie & Maatschappij of Natuur & Gezondheid. Vergeleken bij wiskunde A op de havo moet je veel meer zelf formules manipuleren en statistiek gaat een andere kant op. Het gaat nu bijvoorbeeld over hypotheses. Studenten met havo wiskunde A missen hier en daar wat aansluiting. Zij volgen daarom de wiskundeschakelcursus, een half jaar 2 lesuur per week. Bij wiskunde A leer je over algebra en telproblemen, over verbanden, verandering en statistiek. Statistiek is een groot onderdeel van het vak, maar het komt niet terug op het eindexamen. Er is alleen een schoolexamen. Tot slot is er een keuzeonderwerp dat we behandelen, een deel daarvan is lineair programmeren.
Wiskunde B
Dit kernvak is voor studenten met inzicht in wiskunde. Kies je voor een baan in de techniek, dan kun je niet om wiskunde B heen. Het is ook verplicht voor het profiel Natuur & Techniek. Wiskunde B is een pittig vak. Heb je op het vwo wiskunde A gehad of op de havo wiskunde B? Dan volg je een wiskundeschakelcursus in het eerste halfjaar. Daarna ben je ‘bij’ voor wiskunde B op het vwo. Wiskunde B gaat over functies, grafieken en vergelijkingen. Goniometrische functies en meetkunde komen ook aan bod. Ook leer je over de differentiaal- en integraalrekening. Verder is er een keuzeonderwerp. Dit hoort bij het schoolexamen en het onderwerp kan per jaar verschillen.
Wiskunde C
Kies je het profiel Cultuur & Maatschappij, dan volg je automatisch wiskunde C. Wiskunde C is gewone wiskunde maar je kijkt ook met een culturele blik naar wiskundige aspecten. Je leert over algebra en telproblemen. Algebra is een uitgebreide vorm van rekenen, met machten, wortels, verhoudingen en een of meer variabelen. Statistiek, verbanden en verandering komen ook aan bod. Verder leer je logisch redeneren en over vorm en ruimte. Bij logisch redeneren gaat het om het trekken van een goede conclusie en wat het uitgangspunt daarbij is. Bij vorm en ruimte reken je met de stelling van Pythagoras. Je kunt een perspectief in een schilderij herkennen en voorwerpen in perspectief tekenen. Tot slot behandelen we een keuzeonderwerp, dit verschilt per jaar. Dit vak sluit goed aan bij (universitaire) studies in de sociale sector, gedrag en maatschappij, de sector recht en de sector taal en cultuur.
* Alleen schoolexamen.