Wie regelmatig live of online bij Nova College over de vloer komt, is de term vast wel eens tegengekomen: practoren. Zij laten met onderzoek, kennis en innovaties de onderwijswereld van Nova College zo goed mogelijk aansluiten bij de praktijk van bedrijven, instellingen en andere organisaties. Zodat onze studenten tijdens hun stages en na hun opleiding precies dát meenemen waar in het werkveld behoefte aan is. Hoe? Vooral door in elk van deze twee werelden met twee benen stevig op de grond te blijven, vertellen practoren Joke Christiaans en Sander Boelsma.

‘Een belangrijke eigenschap van een practor is inlevingsvermogen’, vertellen Joke en Sander. ‘Je moet je kunnen inleven in je collega’s, in die bestuurder van een grote zorgorganisatie of in die onderzoeker die bezig is in jouw werkveld. Maar de belangrijkste doelgroep wordt toch gevormd door studenten’. Joke, practor Ouderenzorg en Wijkgericht werken: ‘Een mooi voorbeeld van hoe practoraten werken, is het onderzoek dat studenten in een project laatst deden naar de opleidingsmogelijkheden van een verpleeghuis in onze regio. Dankzij hun onderzoek werd meteen helder wie in die instelling het beste zou passen als student.’
Sander, practor Zorg & Welzijn Technologie, herkent dat: ‘Onderzoeken vormen een belangrijk onderdeel van ons werk. Meestal gaat het om praktijkonderzoek, op basis van bestaand wetenschappelijk onderzoek. Wetenschappelijk onderzoek duurt vaak jaren en moet daarna nog een praktische toepassing krijgen. Bij ons is de praktijk het belangrijkst. Is er iets nieuws? Wat is het precies? Is het een belangrijke ontwikkeling? Wat kunnen we ermee?’

Voorbereiden op de toekomst
Kijken wat er in het werkveld gebeurt of nodig is en die ontwikkelingen en het onderwijs op elkaar afstemmen, dat is de missie van een practor. Daarbij zijn een goed netwerk en actuele onderwijservaring onmisbaar. ‘Het valt niet mee om bij te blijven als onderwijsinstelling’, legt Joke uit. ‘De praktijk verandert vaak en snel, dus moet je in het onderwijs voortdurend zoeken naar manieren om studenten voor te bereiden op een steeds veranderende toekomst.’
Sander: ‘De mogelijkheden en het belang van technologische innovaties in de zorg nemen toe. Daar spelen we in de practoraten op in. Door het proces van adoptie van technologie op school op te starten, zijn onze studenten klaar voor de huidige en toekomstige beroepspraktijk.’

Openstaan voor nieuwe dingen
Dat proces is door corona enigszins versneld. Sander: ‘Never waste a good crisis zei Churchill al. We hadden bijvoorbeeld een plan liggen voor digitalisering in ons onderwijs, daar wilden we 2 jaar over doen. Toen de scholen plotseling sloten, hadden we in één weekend al 40 procent van ons plan uitgevoerd!’ Joke vult aan: ‘Nu is het zaak om de goede ontdekkingen te verankeren in ons onderwijs en niet meer uit gewoonte terug te vallen op minder effectieve methoden. Die sfeer van samen willen veranderen, die creativiteit in het zoeken van oplossingen, het openstaan voor nieuwe dingen - dat is eigenlijk sowieso de sfeer die het onderwijs nodig heeft. Het is de sfeer waarin de practoraten gedijen.’